Als je de bouillon voor deze soep ook helemaal zelf maakt en de kip is van biologische afkomst, dan heb je een medicinale soep te pakken, die je altijd kunt inzetten bij griep en verkoudheid, maar bijvoorbeeld ook bij pijn in gewrichten. Door de manier waarop deze bouillon wordt getrokken, worden alle mineralen en belangrijke stoffen zoals glucosamine uit de botten van het karkas getrokken en komt in de soep terecht.
Ik maak meestal kippenbouillon als ik gegrilde kip heb gemaakt. Ik snijd dan de kip van het karkas en zet het karkas weg in water met appelazijn om de mineralen te onttrekken. Zo voorkom ik dat er lekker van de botjes gekloven wordt en dit nog in de soep moet. Als je kluivers aan tafel hebt, kun je natuurlijk kiezen om bouillon van een vers karkas te maken. Je kunt karkassen en hele kippen kopen bij OKvlees.nl
Wat heb je nodig?
Voor de bouillon:
1 kipkarkas
1 eetlepel appelazijn
2 tenen knoflook, ongepeld
2 stengels bleekselderij, in grove stukken
1 middelgrote prei, in grove stukken
1 grote wortel, in grove stukken
3 kleine laurierblaadjes
2 takjes rozemarijn
3 takjes peterselie
2 takjes tijm
3 zwarte peperkorrels
1 eetlepel Keltisch zeezout
Om er soep van te maken:
De kip die je bewaard hebt van een gegrilde kip of verse kip
1 middelgrote prei, in ringen
1 wortel, in kleine blokjes
2 takjes peterselie, fijngehakt
1 stengel bleekselderij, in kleine reepjes
Keltisch zeezout naar smaak
Hoe maak je het?
Leg het kipkarkas in een soeppan en doe er 2 liter koud water bij. Voeg de appelazijn toe. Laat een nacht staan, zodat de azijn de mineralen uit de botten kan trekken. Breng de volgende dag aan de kook en zet vervolgens het vuur laag. Schep het schuim van de bouillon, dit zijn slecht verteerbare eiwitten, waar je lichaam niets aan heeft. Als er geen (of bijna geen) schuim meer komt, voeg dan de overige ingrediënten toe en laat 4 tot 8 uur zachtjes sudderen op een sudderplaatje. Hoe langer je de bouillon laat sudderen hoe meer vitamines en mineralen erin komen.
Als de bouillon klaar is giet je deze door een zeef in een andere pan. Laat het kipkarkas (dat inmiddels in stukjes uit elkaar is gevallen) even afkoelen en pluis de restjes vlees eraf en voeg dit in kleine stukjes toe aan de bouillon. De kip die je bewaard hebt, kun je ook in kleine blokjes aan de bouillon toevoegen. Voeg vervolgens de groenten toe uit het lijstje ‘om er soep van te maken’. Breng op smaak met Keltisch zeezout, wees hier voorzichtig mee, want de bouillon wordt nog wat zouter van zichzelf.
Meng het meel met zout en water tot een zeer stijf deeg. Voeg het water in kleine beetjes toe, het wisselt hoeveel water je nodig hebt en het deeg moet niet te nat worden. Kneed het ongeveer 10 minuten tot een kwartier. Zo heb je gelijk een goede workout voor je armspieren. Doe de bal met deeg in een kom en bedek met een natte theedoek. Zet 30 minuten weg op kamertemperatuur. Breek het deeg in kleine balletjes van ongeveer 2,5 centimeter doorsnede en rol ze uit tot hele dunne rondjes van ongeveer 20 centimeter doorsnede (of vormpjes die lukken, ovaal, driehoek, vrije vormen). Bak de platte broodjes in circa 10 minuten in een licht ingevette pan (kokosolie of olijfolie) op een laag vuur. Draai regelmatig om.
Tips
Soep die je over hebt, kun je bewaren in de vriezer voor een andere keer.
